Gemeenten starten intensieve aanpak tegen thuiszitters in basisonderwijs

Vanaf vandaag, maandag 30 juni, intensiveren gemeenten in heel Nederland hun inzet tegen het groeiende aantal thuiszitters in het basisonderwijs. De nieuwe aanpak komt voort uit een landelijk webinar dat eerder deze maand concrete handvatten bood om het verzuim in samenwerking met scholen en zorginstanties effectiever aan te pakken.

Gemeenten pakken regie in nieuwe samenwerking

Tijdens een online bijeenkomst op 16 juni, georganiseerd door het Nationaal Programma Onderwijs, delen deskundigen succesvolle werkwijzen om thuiszitten vroegtijdig te signaleren en gezamenlijk op te lossen. Gemeenten worden aangespoord hun regierol actiever op te pakken, in samenwerking met scholen, jeugdteams, GGD en jeugdhulpinstanties. De oproep werpt vandaag al zijn vruchten af: op veel plekken starten nieuwe samenwerkingsstructuren.

Centrale meldpunten en regionale overlegtafels

In meerdere gemeenten openen vandaag centrale meldpunten waar basisscholen gemakkelijk signalen van structureel verzuim kunnen doorgeven. Daarnaast vinden de eerste wekelijkse overlegtafels plaats waarin scholen, jeugdhulp, leerplichtambtenaren en wijkteams samen optrekken. Het doel: sneller en effectiever hulp organiseren voor kinderen die niet of nauwelijks naar school gaan.

Probleem gegroeid sinds coronapandemie

De aandacht voor thuiszitters neemt de afgelopen jaren toe. Sinds de coronapandemie kampen meer kinderen met sociaal-emotionele problemen, wat regelmatig leidt tot langdurig schoolverzuim. Volgens recente cijfers groeit het aantal thuiszitters, vooral onder leerlingen in het basisonderwijs. Door tijdige interventie willen gemeenten voorkomen dat lichte problemen escaleren tot langdurige afwezigheid.

Belang voor kind en gemeenschap

De nieuwe werkwijze moet ervoor zorgen dat kinderen sneller de juiste ondersteuning krijgen. Of het nu gaat om een hernieuwde aansluiting bij school, psychologische hulp of alternatieve leertrajecten – het draait steeds om maatwerk. Tegelijkertijd voorkomt het overbelasting in de jeugdzorg en draagt het bij aan een sterker lokaal netwerk rondom het kind.